28 oktober 2014
‘Hulp van daglichtlampen en -wekkers’
Hoogland, A (2014). ‘Hulp van daglichtlampen en –wekkers’ Geraadpleegd op 28 oktober 2014, van http://www.gezondheidsnet.nl/pak-je-depressie-aan/hulp-van-daglichtlampen-en-wekkers
Licht is belangrijker voor de gezondheid dan veel mensen beseffen. En zeker in de herfst en winter komen we nog wel eens wat licht tekort. Voldoende naar buiten gaan is het beste, maar als dat niet lukt kunnen verschillende lampen uitkomst bieden.
In de basis zijn mensen dagdieren die buiten leven. Je hebt dan ook licht nodig voor een hele reeks cognitieve functies zoals alertheid, concentratievermogen en reactiesnelheid. Ook je interne klok is afgesteld op daglicht: je staat op als het licht wordt en valt in slaap als het donker wordt. Bij onvoldoende licht ontstaan er vaak problemen en krijg je te weinig energie.
Stemming
Licht heeft ook een sterke invloed op de stemming. Natuurlijk is het heel gezellig om op donkere dagen kaarsjes aan te steken, maar de meeste mensen worden pas echt vrolijk op een zonnige dag. En dat is niet zo gek, want zodra je licht waarneemt komt er in de hersenen een chemische reactie op gang. Dat is ook de reden waarom veel mensen met een winterdepressie of winterblues gebaat zijn bij lichttherapie.
Bij een depressie gaat lichttherapie in overleg met een arts en in een polikliniek. Bij slaapklachten of een winterdip kun je ook zelf een lamp aanschaffen bij een apotheek, thuiszorgwinkel of medische speciaalzaak. Overleg met je huisarts blijft verstandig, zeker wanneer je medicijnen gebruikt of een oogaandoening hebt.
Daglichtlamp
Bij lichttherapie wordt er gebruik gemaakt van een daglichtlamp. Deze lamp heeft een lichtintensiteit van zo’n 10.000 lux, dit is vergelijkbaar met direct zonlicht. Afhankelijk van de lichtsterkte moet je 30 minuten tot een uur voor de lamp zitten gedurende vijf tot tien dagen.
Tijdens de lichttherapie moet het licht in je ogen vallen, dus het is belangrijk dat het UV-licht bij een lamp is weg gefilterd. Je hoeft echter niet de hele tijd in de lamp te kijken. Lezen, werken, televisie kijken of eten kan heel goed tijdens de sessie, zolang je af en toe richting de lamp kijkt.
Je kunt een daglichtlamp het beste in de ochtend of ’s middags gebruiken. Als je aan het einde van de dag achter de lamp gaat zitten, heb je namelijk kans op slaapproblemen. Wanneer je de lamp juist gebruikt voor slaapklachten werkt het ’s avonds soms wel. Zeker als je vroeg op de avond al moe bent. Bij problemen met opstaan, kun je baat hebben bij lichttherapie in de ochtend.
Lichtwekkers
Een andere mogelijkheid als je moeite hebt met wakker worden is een lichtwekker. Zo’n wekker simuleert de zonsopkomst (en zonsondergang). Het licht uit de lamp wordt langzaamaan steeds feller, waardoor je geleidelijk wakker wordt. Tijdens je slaap kun je namelijk wel licht waarnemen en doordat de kamer langzaam verlicht raakt, bereidt je lichaam zich voor op het wakker worden. Het is zeker geen wondermiddel, maar vooral in de herfst en winter – als het ’s ochtends vroeg nog donker is buiten – kan een lichtwekker helpen. Het licht uit de wekker is vaak niet veel meer dan 300 lux: het is dan ook niet geschikt als daglichtlamp.
Naar buiten
Hoewel lampen een fijn hulpmiddel zijn, gaat er niets boven natuurlijk daglicht. Zorg bijvoorbeeld dat je werkplek dichtbij een raam is en ga zoveel mogelijk naar buiten. Iedere dag 15 tot 30 minuten naar buiten maakt al verschil. Doe dit wel tussen 11.00 en 15.00 uur. De zonnebank is, onder andere door de kans op beschadiging aan de ogen, geen alternatief voor daglicht.